De Washingtonpost portretteerde een geriater die haar zorgtraject voor haar man, die FTD had, en haar moeder met dementie vastlegde tijdens de COVID-19-pandemie.

Dr. Rebecca Elon was te zien in een Washington Post artikel gepubliceerd op 17 mei, waarin het afgelopen jaar van haar leven als ‘mantelzorger, geriater en beleidsdeskundige gespecialiseerd in langdurige zorg’ wordt beschreven. Tijdens de pandemie nam Elon, 66, de fulltime rol van mantelzorger op zich voor haar echtgenoot en moeder, die beiden verschillende niveaus van neurologische degeneratie en cognitieve achteruitgang ervoeren. Bij haar echtgenoot, William Henry Adler III – voormalig hoofd van het klinisch immunologisch onderzoek bij het National Institute on Aging – werd in 2017 de diagnose FTD met motorneuronziekte gesteld; hij stierf in februari van dit jaar.

In januari 2020 nam Elon Adler op in een hospice en was op weg om een verhuizing naar een centrum voor begeleid wonen te regelen. Toen de pandemie volledig van kracht was, kon Elon de aanvullende zorgdiensten die ze nodig had voor haar man niet behouden.

“Ik ben in vier maanden twintig kilo afgevallen. Het was ongelooflijk veeleisend werk om voor hem te zorgen”, vertelde ze in het artikel. “In de geneeskunde kijken we vaak naar mensen met ernstige beperkingen en vragen we ons af: 'Wat voor kwaliteit van leven is dat?' Maar ook al was Bill zo ernstig gehandicapt, hij had nog steeds een sterke wil om te leven en behield het vermogen tot vreugde en interactie.

Tegelijkertijd begon ze voor haar bejaarde moeder met dementie te zorgen, terwijl ze ook rouwde om de dood van haar zus. Elon moet omgaan met de zorg van haar moeder, terwijl ze ook het rouwproces met haar familie doormaakt.

"Het dogma van mensen met dementie is dat je gewoon moet stoppen met praten over de dood, omdat ze het niet kunnen verwerken", zei Elon in het artikel. "Maar ik denk dat als je herhaalt wat er keer op keer is gebeurd, het in de context plaatst en ze de tijd geeft, ze kunnen rouwen en beginnen te herstellen."

Lees het volledige Washington Post artikel hier.